×

Artikel 4:85 BW | Met betrekking tot de legitieme portie geldt een vervaltermijn.

Artikel 4:85 BW

  1. De mogelijkheid om aanspraak te maken op de legitieme portie vervalt, indien de legitimaris niet binnen een door hem door een belanghebbende gestelde redelijke termijn, en uiterlijk vijf jaren na het overlijden van de erflater, heeft verklaard dat hij zijn legitieme portie wenst te ontvangen.
  2. Indien negen maanden na het overlijden van de erflater niet vaststaat in hoeverre diens echtgenoot aanspraak zal maken op de vestiging van een vruchtgebruik krachtens artikel 30, vervalt het deel van de vordering dat ten laste van de echtgenoot zou komen, tenzij de legitimaris binnen die termijn aan de echtgenoot heeft verklaard dat hij zijn legitieme portie wenst te ontvangen. Artikel 77 is op deze termijn van overeenkomstige toepassing.

 

Met betrekking tot de legitieme portie geldt een vervaltermijn.

De mogelijkheid om aanspraak te maken op een legitieme portie vervalt wanneer de legitimaris niet binnen een aan hem door een belanghebbende (zoals een erfgenaam) gestelde redelijke termijn aanspraak maakt op de legitieme portie. Wordt er geen redelijke termijn gesteld, dan geldt een vervaltermijn van vijf jaar na het overlijden van erflater. Overigens kan een legitimaris ook geen aanspraak maken op de legitieme portie wanneer hij de nalatenschap van de erflater heeft verworpen, en hij bij de verwerping van de nalatenschap niet het voorbehoud heeft gemaakt dat hij aanspraak blijft maken op de legitieme portie.

 

Bron: https://www.erfrechtadvocaat.nl/in-de-wet/artikel-4-85-bw-met-betrekking-tot-de-legitieme-portie-geldt-een-vervaltermijn/