Dit is een initiatief van Advocaten Familie- & Erfrecht
geldigheid van een onderhandse uiterste wilsbeschikking
Naast het notarieel testament, kan een uiterste wil ook in een codicil of onderhandse akte worden vastgelegd. Bij deze twee laatste vormen van een uiterste wilsbeschikking hoeft dus geen notaris betrokken te worden. Om die reden is het dan wel verstandig om de geldigheid van een codicil of onderhandse akte vooraf goed te checken.
Geldigheid codicil
Een codicil is een onderhands stuk waarin een uiterste wil kan worden vastgelegd. Een codicil moet aan een aantal voorwaarden voldoen om rechtsgeldig te zijn. Zo moet het codicil handgeschreven, gedagtekend en ondertekend zijn.
In een codicil kunnen blijkens artikel 4:97 BW slechts bepaalde beschikkingen worden gemaakt, namelijk:
- Legaten van kleren, lijfstoebehoren, bepaalde lijfsieraden, bepaalde tot de inboedel behorende zaken en bepaalde boeken;
- De bepaling dat deze goederen buiten een huwelijksgemeenschap vallen;
- Een aanwijzing van een persoon aan wie bepaalde auteurs- of kunstenaarsrechter toe zullen komen.
Indien andere beschikkingen zijn gemaakt dan de beschikkingen zoals hierboven opgesomd, zal het stuk niet als een codicil kunnen worden aangemerkt. Zo kan in een codicil dus bijvoorbeeld geen geldbedrag worden gelegateerd of worden bepaald wie tot erfgenamen worden benoemd. Voor die beschikkingen zal een testament moeten worden opgemaakt. Dit kan zowel in de vorm van een notariële, als onderhandse akte.
Geldigheid onderhandse akte
Ook de onderhandse akte moet aan bepaalde voorschriften voldoen. In artikel 4:95 BW is bepaald dat de testateur in staat moet zijn om zijn uiterste wil te lezen en de onderhandse akte moet hebben ondertekend. De akte hoeft echter niet door de testateur zelf te zijn opgemaakt en hoeft ook niet hand geschreven te zijn. Als de onderhandse akte door een ander is opgemaakt of niet hand geschreven is en de akte uit meer dan één pagina bestaat, moeten alle pagina’s worden genummerd én door de testateur worden ondertekend.
Als aan alle voorschriften is voldaan, moet het stuk vervolgens nog aan een notaris ter hand worden gesteld. Hierbij zal de testateur moeten verklaren dat de onderhandse akte zijn uiterste wil bevat en dat aan alle hiervoor genoemde voorschriften is voldaan. De testateur kan de akte ook in een gesloten envelop aan de notaris aanbieden, waarbij de testateur kan verklaren dat het stuk enkel mag worden geopend als de door de testateur bepaalde voorwaarden op de dag van overlijden zijn vervuld. De notaris zal hiervan een depotakte opmaken die door de testateur en de notaris moet worden ondertekend. Als de testateur verklaart door een bepaalde oorzaak niet in staat te zijn om de depotakte te ondertekenen, zal die verklaring in de plaats van zijn ondertekening komen en bij de depotakte worden opgenomen.
Tot slot over de geldigheid van de onderhandse uiterste wilsbeschikking
Twijfelt u of er sprake is van een rechtsgeldig codicil of onderhandse akte waarin een uiterste wil is vastgelegd? De familie- en erfrechtadvocaat kan dit voor u beoordelen.