× 29 april 2022

Onder curatele en een testament maken?

Het lijkt een tegenstelling. Maar niets is minder waar. Op 25 februari 2022 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een 104-jarige vrouw – die onder curatele stond – feitelijk nog bekwaam en een testament kon laten maken.

 

Wat is er gebeurd?

In 2012 heeft de vrouw een testament gemaakt, waarin zij haar neef tot haar enig erfgenaam heeft benoemd. In 2013 wordt de vrouw – mede vanwege haar lichamelijke en geestelijke toestand – onder curatele gesteld. Vervolgens heeft zij in 2015 een nieuw testament gemaakt. Het betreft een complex testament, waarin de vrouw aan haar neef (slechts) een legaat toekent. In dit testament richt de vrouw tevens een stichting op, die het (laten) plaatsvinden van muziekuitvoeringen en ouderenzorg tot doel heeft. Deze stichting heeft de vrouw benoemd tot haar enig erfgenaam. Ten slotte is er in dit nieuwe testament ook een executeur benoemd.

In 2017 is de vrouw op 105-jarige leeftijd overleden. De neef en de executeur verschillen van mening of de vrouw op het tijdstip van testeren (in 2015) feitelijk wilsbekwaam was en of er dus sprake is van een geldig testament.

Nadat de rechtbank en het hof hierover geoordeeld hebben, ligt deze vraag uiteindelijk voor aan de Hoge Raad.

Toestemming kantonrechter voor het maken van het testament

De curator is niet over één nacht ijs gegaan ten aanzien van het vaststellen van de wilsbekwaamheid van de vrouw.

De curator heeft de kantonrechter verzocht om toestemming te verlenen tot het maken van een testament door de vrouw, op de voet van artikel 4:55 lid 2 BW. De curator heeft hierbij verklaringen van de huisarts van de vrouw alsmede van een onafhankelijke arts laten opmaken, welke allebei verklaren dat zij de vrouw medisch gezien in staat achten om haar uitdrukkelijke wil voldoende duidelijk en consistent kenbaar te maken en dus wilsbekwaam achten.

De kantonrechter heeft ook kennis genomen van de concept tekst van het testament. Deze bleek overeen te stemmen met de verklaringen van de curator over de wens van de vrouw, alsmede met hetgeen de vrouw zelf verklaard heeft ten overstaan van de kantonrechter.

Op grond hiervan oordeelde de kantonrechter dat de geestelijke stoornis van de vrouw haar niet verhinderde om de gevolgen van het testament voldoende te overzien en dat haar wil in overeenstemming is met haar verklaring. De toestemming werd verleend, onder de voorwaarde dat het testament binnen één maand na het afgeven van de toestemming werd gepasseerd in het bijzijn van twee getuigen.

Dubbele controle bij de notaris bij het maken van het testament

Bij het passeren van het testament, heeft de notaris gezien de indicatoren het “stappenplan beoordeling wilsbekwaamheid” gevolgd. Hierbij heeft de notaris een onderzoek aangevraagd bij een onafhankelijke arts, die de vrouw nogmaals heeft onderzocht. Ook deze arts heeft geoordeeld dat de vrouw wilsbekwaam wordt geacht.

Oordeel hof over de wilsbekwaamheid

 De neef van de vrouw stelt zich op het standpunt dat het testament uit 2015 nietig is, omdat het onder invloed van een stoornis in de geestesvermogens tot stand is gekomen. Volgens de neef moet de nalatenschap van de vrouw worden afgewikkeld en verdeeld overeenkomstig het testament uit 2012.

Het hof gaat hierin mee. Het hof baseert dit op de volgende feiten.

Niet de vrouw, maar haar curator was de initiatiefneemster tot het aanpassen van het testament. De curator was vervolgens bij alle gesprekken van de notaris en de kantonrechter met de vrouw aanwezig. De leeftijd van de vrouw rechtvaardigt het vermoeden dat de vrouw (enigszins) afhankelijk was van de curator.

De kantonrechter heeft voorts weliswaar het concepttestament ingezien, maar heeft geen inzicht gekregen in de totstandkoming daarvan en de financiële en fiscale consequenties van dit complexe testament.

Tot slot is de verklaring van de arts naar het oordeel van het hof te algemeen. Dit alles leidt volgens het hof tot het oordeel dat de gang van zaken zeer zorgelijk was, mede omdat de notaris niet gewezen heeft op de verschillen ten opzichte van het oude testament en de vrouw een afhankelijke vrouw was van 104 jaar oud met een ernstige visuele handicap.

Toch wilsbekwaam te testeren?

De Hoge Raad vernietigt het oordeel van het hof. Volgens de Hoge Raad kunnen de omstandigheden die het hof bij zijn oordeel betreft, het oordeel niet dragen. Zonder nadere motivering is het onbegrijpelijk waarom de door het hof genoemde omstandigheden relevant zijn voor de geestelijke stoornis van de vrouw en op de eventuele invloed van deze stoornis op haar bekwaamheid om alle bij het nieuwe testament betrokken belangen te kunnen wegen.

De Hoge Raad verwijst de zaak vervolgens naar het Hof Amsterdam.

Het lijkt er dus op dat de vrouw – met haar zowel fysieke als geestelijke beperkingen – toch wilsbekwaam is en dus in staat geacht moet worden om een nieuw testament te maken.

De erfrechtadvocaat en wilsbekwaamheid en een testament

De beoordeling van de wilsbekwaamheid en het vermogen om te kunnen testeren blijft toch iedere keer heel casuïstisch en moet echt per geval bekeken worden. We kunnen ons niet laten leiden door de “standaard” rode vlaggen, zoals een ondercuratelestelling. Zelfs dan blijft de curandus in sommige gevallen wilsbekwaam en is het dus voor de curandus mogelijk om een nieuw testament te maken. Een erfrechtadvocaat procedeert tegenwoordig veel over de geldigheid van een testament. Vaak gaat het dan om de vraag of iemand wilsbekwaam was of niet.

Bron: https://www.erfrechtadvocaat.nl/onder-curatele-en-een-testament-maken/