× 12 juli 2022

Digitale technologie en de erfenis

De samenleving digitaliseert, en deze ontwikkeling is ook van invloed op het erfrecht. Digitale technologie biedt mogelijkheden voor het erfrecht, maar ook uitdagingen. Benieuwd welke? Lees dan verder

Teletestament

Op grond van de Tijdelijke wet COVID-19 – die met terugwerkende kracht vanaf 16 maart 2020 in werking is en in het verleden een aantal keren is verlengd – was het tot 20 mei 2022 mogelijk om op afstand (met behulp van audiovisuele communicatiemiddelen zoals Skype, Teams of Zoom) een testament op te laten maken. Dit wordt ook wel een ‘teletestament’ genoemd. Het teletestament is een laatste redmiddel wanneer het voor de testateur onmogelijk is om in persoon op het kantoor van de notaris te verschijnen. Op grond van art. 4:42 lid 3 BW mag een uiterste wilsbeschikking enkel door de erflater persoonlijk worden gemaakt of herroepen. En dit kan in tijden van Corona problemen opleveren. Denk aan een COVID-19 patiënt die geen bezoek van een notaris in het ziekenhuis kan ontvangen als gevolg van de geldende maatregelen in het ziekenhuis of vanwege het risico op besmetting van de notaris. Met behulp van digitale technologie en de Tijdelijke wet COVID-19 was het tot 20 mei 2022 in zo’n geval toch mogelijk om een testament op te laten stellen. Inmiddels geldt de Tijdelijke wet COVID-19 niet meer. Op 17 mei 2021 ging de Eerste Kamer niet akkoord met de Goedkeuringswet vijfde verlengingsduur Tijdelijke wet maatregelen COVID-19. Wellicht wordt deze Tijdelijke wet COVID-19 in de toekomst nogmaals van kracht indien het aantal coronabesmettingen weer aanzienlijk stijgt, maar op dit moment bestaat de mogelijkheid van een teletestament niet.

Het begrip ‘digitaal goed’

Naast de mogelijkheden die digitale technologie op grond van de Tijdelijke Wet COVID-19 de afgelopen tijd heeft geboden, zorgt digitale technologie ook voor de nodige uitdagingen binnen het erfrecht. Deze uitdagingen zien met name op de digitale goederen die zich in een nalatenschap kunnen bevinden. Het lastige met betrekking tot digitale goederen is dat een duidelijk juridisch kader tot nu toe ontbreekt. Hierdoor moet er vooralsnog van geval tot geval bekeken worden hoe het digitale goed in het vermogensrecht past. In de literatuur worden in dit kader vier categorieën digitale goederen van elkaar onderscheiden:

  1. Persoonlijke digitale goederen, zoals foto’s en e-mails;
  2. Financiële digitale goederen, zoals cryptomunten en online tegoeden bij Paypal;
  3. Zakelijke digitale bezittingen, zoals data over klanten en domeinnamen;
  4. Digitale goederen die onder social media vallen, zoals foto’s en berichten op Instagram, Facebook en LinkedIn.

 

Digitale betaalmiddelen

Anno 2022 zijn er verschillende digitale betaalmiddelen – buiten het ‘normale’ online bankieren met banktegoeden om – voorhanden. Denk daarbij aan cryptomunten zoals bitcoins en tegoeden op een Paypal-account. Bitcoins worden (vooralsnog) niet als (gangbaar) geld gekwalificeerd, maar dat neemt niet weg dat bitcoins wel een bepaalde waarde vertegenwoordigen, waardoor de omvang van het vermogen van de nalatenschap vergroot wordt. Uitdaging daarbij is wel dat nabestaanden (of de executeur) wel op de hoogte moeten zijn van de bitcoins en/of het Paypal-account om op dit punt in actie te kunnen komen. En als je als nabestaande of executeur wel op de hoogte bent van dit digitale vermogen, maar je beschikt niet over de gebruikersnaam en het wachtwoord of de sleutel, dan loopt de nabestaande of executeur het risico dat de tegoeden c.q. waarden van deze digitale bezittingen met de overledene mee het graf ingaan (terwijl daarover mogelijk wel erfbelasting verschuldigd is).

Zulke moeilijkheden kunnen voorkomen worden wanneer gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid van de digitale kluis, waar belangrijke documenten en inloggegevens van online accounts in opgeslagen kunnen worden. Het bestaan van de digitale kluis wordt opgenomen in het testament en in het Centraal Testamentenregister. Wel is het daarbij belangrijk dat eventuele aangepaste inloggegevens (zoals een gewijzigd wachtwoord) ook worden aangepast in de digitale kluis, anders heeft een nabestaande of executeur nog weinig aan de inhoud van de digitale kluis.

Een andere mogelijkheid is dat iemand in zijn testament laat opnemen wie zijn digitale nalatenschap mag afwikkelen. In het testament kan ook per account worden opgenomen wat ermee moet gebeuren na het overlijden van diegene. Daarnaast is het mogelijk om aan het testament een lijst van alle online accounts met de daarbij behorende inloggegevens toe te voegen, of in het testament aan te geven waar de lijst met accounts en inloggegevens bewaard wordt door de erflater. Aan de hand van deze informatie kunnen de nabestaanden van de erflater dan aan de slag met de afwikkeling van de ‘digitale nalatenschap’.

Data & (socialmedia-)accounts

Over de overgang van digitale data op erfgenamen is anno 2022 niets geregeld. Dat betekent dat digitale data – die zich in een dropbox in de cloud, mailaccount of socialmedia-account zoals LinkedIn of Facebook bevinden – niet automatisch overgaan op de erfgenamen. Maar de overeenkomst die de erflater heeft gesloten met de aanbieder van de dienst, valt wel in de nalatenschap van erflater. Op grond van de saisineregel van art. 4:182 BW – dat in lid 1 bepaalt dat met het overlijden van de erflater zijn erfgenamen van rechtswege opvolgen in zijn voor overgang vatbare rechten en in zijn bezit en houderschap – treedt de erfgenaam in de plaats van de erflater. Wanneer de erfgenamen niet beschikken over de inloggegevens, zal het veelal afhankelijk zijn van de vraag hoe privacygevoelig de digitale gegevens zijn hoeveel moeite het kost om toegang te krijgen tot het account en de daarin beschikbare data.

Inmiddels zijn overigens verschillende aanbieders van socialmedia-platformen met ‘oplossingen’ gekomen die voorzien in de afwikkeling van de digitale nalatenschap. Facebook werkt met een ‘If I die’ applicatie, waarmee een gebruiker van Facebook een filmpje kan maken dat beschikbaar komt voor de door de gebruiker geselecteerde mensen na zijn overlijden. Google kwam in 2013 met de Inactive Accountmanager, waarmee je aan Google kunt laten weten wat er met je Gmail en andere diensten van Google moet gebeuren als het account inactief wordt. Zie hierover nader: V. Hartkamp, ‘De digitale nalatenschap’, NJB 2013/2304. Bij de meeste sociale mediakanalen kun je aangeven wat er moet gebeuren met het account als je er niet meer bent. Bij Facebook kun je bijvoorbeeld een contactpersoon aanwijzen die je account kan opzeggen wanneer je komt te overlijden. Wel heb je hiervoor een verklaring van erfrecht en overlijdensakte nodig. Je kunt ook aangeven dat je een herdenkingspagina wilt maken van je profiel.

Ook is de eerste Nederlandse rechtspraak op dit terrein beschikbaar. De Rechtbank Amsterdam moest zich in kort geding buigen over de vraag of Microsoft erfgenamen toegang moest verlenen tot het Hotmail- en OneDrive account van een overledene. Zie Rechtbank Amsterdam 1 december 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:7090. De Voorzieningenrechter komt uiteindelijk tot de conclusie dat Microsoft de erfgenamen toegang moet verlenen tot de accounts van de erflater. De kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland moest zich onlangs eveneens over een vergelijkbare kwestie buigen. Zie Rechtbank Midden-Nederland 15 december 2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:6151. De rechtbank oordeelt uiteindelijk dat Microsoft de inloggegevens moet verstrekken aan de erfgenamen, omdat het belang van de erfgenamen zwaarder weegt dan het belang van Microsoft.

Wanneer dit de vaste lijn in de Nederlandse rechtspraak wordt, dan is het voor iedereen goed om zich te realiseren dat nabestaanden na zijn of haar overlijden inzage verkrijgen in alle bestanden. Wil iemand dat niet, dan is het belangrijk om bij de aanbieder van de online dienst na te gaan of er een mogelijkheid is om kenbaar te maken of diegene toegang wil geven aan zijn nabestaanden of niet. Hier lijkt ook wel een rol weggelegd voor de notaris; als iemand een testament wil opstellen, zouden de online accounts een belangrijk bespreekpunt moeten zijn.

Tot slot

De verwachting is dat de digitale nalatenschap de komende jaren vaak onderwerp van gesprek zal zijn, en dat er wetgeving zal komen met betrekking tot digitale goederen. Ook zullen rechters in procedures steeds vaker geconfronteerd worden met de uitdagingen die de digitale technologie brengt voor de afwikkeling van nalatenschappen. De notaris kan op dit punt een belangrijke rol vervullen.

Wilt u meer lezen over dit onderwerp? Deze bijdrage vormt een korte bewerking van een tijdschriftartikel dat Joost Diks en Noortje Lavrijssen eerder schreven voor het Tijdschrift Erfrecht: J.Th.M. Diks en N. Lavrijssen, ‘Nalaten in de digitale wereld’, TE 2022, nr. 2, p. 38-44.

Bron: https://www.erfrechtadvocaat.nl/erfrechtmagazine-2022/