legitimaris

Een kind van de erflater dat een beroep op zijn legitieme portie heeft gedaan.

Met legitimaris wordt soms bedoeld een kind van de erflater, maar meestal een kind van de erflater dat een beroep op zijn legitieme portie heeft gedaan. Een legitimaris is schuldeiser van de nalatenschap en is een kind dat niet berust in de onterving of een kind dat door een beroep te doen op zijn legitieme portie een aanvulling op zijn erfdeel wil hebben. In sommige gevallen hebben kleinkinderen van de erflater hetzelfde recht.

“Jan is legitimaris in de nalatenschap van zijn moeder. Zijn moeder heeft hem in haar testament onterfd en Jan heeft een beroep op zijn legitieme portie gedaan waardoor hij schuldeiser van de nalatenschap is geworden.”

legitieme portie

Het minimum bedrag dat een (klein)kind van een erflater op grond van de wet uit de nalatenschap verkrijgt als het (klein)kind hier aanspraak op maakt.

De wet bepaalt dat een kind (en in sommige gevallen een kleinkind) van een erflater altijd recht heeft op zijn wettelijke minimum. Dit is in een testament niet uit te sluiten. Als het kind onterfd is, kan het kind een beroep op zijn legitieme portie doen. Dit moet hij doen uiterlijk binnen vijf jaar na het overlijden en in sommige gevallen zelfs eerder. Het onterfde kind wordt niet alsnog erfgenaam, hij wordt schuldeiser van de nalatenschap. Het kind heeft recht op de helft van wat hij als erfgenaam volgens de wet had gekregen. Bij de berekening wordt rekening gehouden met schenkingen die erflater aan de legitimaris, maar ook aan anderen heeft gedaan. Als een kind niet onterfd is, maar uit de nalatenschap minder krijgt dan zijn legitieme portie kan dat kind een aanvullend beroep op zijn legitieme portie doen.

“Dennis is door zijn vader onterfd, hij laat het hier niet bij zitten en doet een beroep op zijn legitieme portie.”

vereffenaar

Een persoon die de nalatenschap afwikkelt en wordt aangewezen als het Wetboek Erfrecht dat zegt.

Soms zegt het Wetboek Erfrecht dat er een vereffenaar moet worden benoemd. Deze vereffenaar wordt dan bevoegd om de nalatenschap af te wikkelen. Dit gebeurt bijvoorbeeld als de nalatenschap door een erfgenaam beneficiair wordt aanvaard. De vereffenaar moet de nalatenschap afwikkelen volgens de regels die in het Wetboek Erfrecht staan genoemd. Er kunnen één of meerdere vereffenaars zijn. Soms zijn de erfgenamen zelf de vereffenaars. Het kan ook zijn dat de vereffenaar iemand anders is, bijvoorbeeld een advocaat of notaris.

“Notaris De Vries is benoemd tot vereffenaar en gaat de nalatenschap van mijn buurman afwikkelen.”

verdeling

De handeling die ervoor zorgt dat elke erfgenaam eigenaar wordt van bepaalde spullen en van een deel van het geld van de nalatenschap.

Als er sprake is van een positieve nalatenschap, kan deze nalatenschap worden verdeeld. Dit gebeurt meestal nadat alle schulden van de nalatenschap zijn voldaan. Is er alleen nog geld over, dan wordt dat geld onder de erfgenamen verdeeld. Elke erfgenaam krijgt het gedeelte van het geld dat zo groot is als zijn erfdeel. Stel: er is nog € 9.000,00 en er zijn drie erfgenamen die elk 1/3edeel van de nalatenschap krijgen. Dan krijgt elke erfgenaam € 3.000,00. Als er ook nog spullen zijn, dan moeten de erfgenamen onderling afspreken wie welke spullen krijgt. De verdeling is een afspraak die de erfgenamen zelf kunnen maken. Soms ontstaat er ruzie bij de verdeling. In dat geval kan de rechter bepalen hoe de nalatenschap verdeeld wordt.

“Sanne en Casper zijn erfgenamen van hun vader en hebben alle spullen en het geld van vader tussen hen verdeeld.”

last

Een bepaling in het testament die aangeeft dat iemand iets moet doen of juist niet moet doen.

Een last is een verplichting om iets te doen of iets juist niet te doen. Een voorbeeld van een last in een testament is dat iemand de verplichting krijgt om de hond van de overledene te verzorgen. Meestal is de last verbonden aan een erfstelling of een legaat. De persoon die de last krijgt om de hond te verzorgen, krijgt dan bijvoorbeeld ook een legaat. Je krijgt dan het legaat als je aan je verplichtingen uit de last voldoet. De last om de hond te verzorgen kan bijvoorbeeld worden verbonden aan een legaat van € 5.000,00. Als de persoon de last niet uitvoert, vervalt het voordeel dat eraan gekoppeld is. Dus: wordt de hond niet (goed)d verzorgt, dan krijgt hij de € 5.000,00 ook niet.

“De broer van Willem kreeg een legaat van € 10.000,00 onder de last om vier keer per jaar het graf van zijn broer te bezoeken.”

legataris

De persoon of de instelling die een legaat krijgt.

De legataris is iemand die een legaat krijgt. Dit kan een persoon of een instelling zijn. Een goed doel kan bijvoorbeeld ook legataris zijn. De legataris is geen erfgenaam. De legataris weet precies wat hij gaat krijgen. Dat kan bijvoorbeeld de auto van de overledene of een geldbedrag zijn. Als de legataris zijn legaat niet wil hebben, dan kan hij dat zeggen. Dan krijgt hij niets. De legataris kan aan de executeur, de vereffenaar of aan de erfgenamen vragen of zij hem het legaat willen geven.

“Oma Fien had haar kleindochter Anna aangewezen als legataris, waardoor Anna de parelketting van oma kreeg.”

legaat

Een bepaling in een testament waarbij een specifiek goed aan een specifiek persoon wordt nagelaten.

Door een legaat kan de erflater één of meerdere specifieke goederen aan een specifiek persoon nalaten. Het kan ook een bepaald geldbedrag zijn. Een legaat moet worden opgenomen in een testament. Zo kan de erflater bijvoorbeeld zijn trouwring legateren aan zijn enige dochter. Een ander voorbeeld is dat de erflater in zijn testament een legaat van € 10.000,00 opneemt voor zijn buurvrouw. Dat betekent dat die buurvrouw na het overlijden van erflater een bedrag van € 10.000,00 uit de nalatenschap ontvangt.

Het opnemen van een legaat in een testament wordt ook wel ‘legateren’ genoemd.

“Het Wereld Natuur Fonds ontvangt soms een legaat.”

erfstelling

De keuze van een erflater wie zijn erfgenamen zijn.

De erfstelling geeft de keuze van de erflater aan wie zijn erfgenamen zijn. Deze keuze moet worden opgenomen in een testament. De erfstelling moet duidelijk aangeven wie precies de erfgenamen zijn. De erfstelling kan aangeven hoe groot het gedeelte is dat een bepaalde erfgenaam van de nalatenschap verkrijgt. De erfstelling kan bijvoorbeeld bepalen dat er één erfgenaam is die de hele nalatenschap krijgt. Maar de erfstelling kan ook bepalen dat er drie erfgenamen zijn. En vervolgens kan dan worden opgenomen dat de eerste erfgenaam 50% van de nalatenschap krijgt, en de tweede en derde erfgenaam elk 25% van de nalatenschap.

“Oom Ferdinand had in zijn testament een erfstelling opgenomen waarin hij zijn broer tot enig erfgenaam van zijn hele nalatenschap heeft benoemd.”

erfopvolging krachtens uiterste wilsbeschikking

De erfopvolging waarbij het testament bepaalt wie de goederen, schulden, rechten en verplichtingen van de overledene krijgt.

Er zijn twee vormen van erfopvolging: erfopvolging krachtens uiterste wilsbeschikking en erfopvolging bij versterf. Als de overledene een testament heeft gemaakt, dan is er sprake van erfopvolging krachtens uiterste wilsbeschikking. Dat betekent dat in het testament staat wie de goederen, schulden, rechten en verplichtingen van de overledene krijgt. De overledene kan in zijn testament erfgenamen aanwijzen. Dit wordt een erfstelling genoemd. Hij kan in zijn testament ook legaten en lasten opnemen. Door een legaat en een last kunnen ook andere personen dan de erfgenamen bepaalde goederen, schulden, rechten en verplichtingen van de overledene krijgen.

“Omdat oma Tinie een testament had gemaakt, was er sprake van erfopvolging krachtens uiterste wilsbeschikking.”

erfopvolging bij versterf

De erfopvolging waarbij het Wetboek Erfrecht bepaalt wie de goederen, schulden, rechten en verplichtingen van de overledene krijgt.

Er zijn twee vormen van erfopvolging: erfopvolging bij versterf en erfopvolging krachtens uiterste wilsbeschikking. Bij erfopvolging bij versterf bepaalt het Wetboek Erfrecht wie de goederen, schulden, rechten en verplichtingen van de overledene krijgt. De wet wijst erfgenamen aan, die alles van de overledene krijgen. De wet kent vier groepen van erfgenamen. Zijn er in de eerste groep geen erfgenamen (meer), dan wordt er gekeken in de tweede groep, enzovoort. Er zijn in de meeste gevallen erfgenamen te vinden in de eerste of de tweede groep. De eerste groep zijn de man of vrouw van de overledene en de kinderen. In de tweede groep zitten de ouders van de overledene en de broers en zussen van de overledene.

“Omdat mijn vader geen testament had gemaakt, zijn mijn moeder en ik erfgenamen vanwege de erfopvolging bij versterf.”